De bokkenpruik en de zeven lachjes 4 van 7

Een verhaal in 7 delen – deel 4 van 7

Zonnestraal gaat mee

KasteeltjeDe mannetjes legden hun knapzakjes over de schouder en liepen in een rij voor haar uit. “Hei ho, hei ho, het werk is weer gedaan” zongen ze in koor. Het meisje hoorde dat. Herinneringen aan verhalen van vroeger kwamen bovendrijven. Sprookjes die haar vader voorlas toen ze het nog toeliet. Sprookjes die ze ooit leuk vond om te luisteren, voordat ze zo’n dwingeland was geworden en haar vader gestopt was met voorlezen omdat hij geen kans meer kreeg. Nieuwsgierig liep ze achter de dwergen aan, half verwachtend dat ze straks bij een klein huisje zou komen met zeven kleine bedjes en een gedekte tafel met zeven kleine bordjes en zeven kopjes.

Haar verbazing was groot toen ze bij een kasteeltje kwamen. Een piepklein kasteeltje weliswaar, maar toch, een heus kasteeltje. Voor de deur stonden nog vier kleine mannetjes die opkeken toen ze hun vriendjes zagen met een wildvreemde. “Wij hebben een veisje gemonden, eh, een meisje gevonden,” zei Huh. “Hihi, ze heeft rare haren” zei dwerg nummer vier. “Hoi”, zei dwerg nummer vijf zacht terwijl hij een vuurrode kleur kreeg. “Hola, ikko min beru,” zei dwerg nummer zes. “Hmm, hij bedoelt dat hij je welkom heet” zei dwerg nummer zeven met een slaperige stem. “ “Wie ben jij?” “Ik ben Zonnestraal” zei Zonnestraal, waarop Hihi prompt de slappe lach kreeg. “Waarom moet hij zo lachen?” vroeg ze. “Hihihi, omdat, hihi, je er chagrijnig uitziet met je bokkenpruik, hahaha, hoe kun jij nou Zonnestraal zijn?”

Nadat Hihi was uitgelachen kon ze haar verhaal vertellen. Ze liet niets weg. Zelfs niet dat ze een piepklein momentje had gedacht dat de heks wel eens gelijk zou kunnen hebben. De dwergen kwamen wat dichterbij. “Wij hebben een oplossing voor jou, maar je moet wel echt willen” zeiden de dwergen. Zonnestraal dacht even aan de oplossing van de heks waarvan ze ook heel graag moest willen maar waar ze nu met het resultaat niet gelukkig was. Maar wat kon ze verliezen? “Ja, graag,” zei ze bedeesd. “Hmpf, volgens mij gaat dat nooit lukken” zei dwerg nummer twee, maar gelukkig kwam een ander haar te hulp. “Hahatsjie, niet onmogelijk hoor.” “Hola, bon ka mee” zei dwerg nummer zes en nam haar bij de hand. Over de ophaalbrug bracht hij haar naar de grote poort, terwijl alle dwergen met hen meeliepen.

Bij de grote poort gekomen zei de slaperigste “Hmm, ik wacht hier wel” en ging op de grond voor de poort zitten. Zijn muts zakte over zijn oren en al snel klonk een luid gesnurk. Bij de volgende poort zei de verlegen dwerg zacht “Hoi, ik wens je veel succes” en hij ging als post staan. Bij de derde poort aangekomen zei de derde: “Hmpf, het is wel goed zo, ik blijf hier” en postte voor de derde poort. Hahatsjie nam plaats voor de vierde poort en bij de vijfde poort zei de volgende dwerg “huh, ik hijf blier, eh, ik blijf hier” en ging er bij zitten. De dwerg die haar bij de hand had genomen liet haar hand los toen ze bij de zesde poort waren aangekomen. Samen met de dwerg die nog steeds gierde van de lach liep ze naar de zevende en laatste poort. Deze keer was het een kleinere poort, meer een soort deur. “Hihi, welkom in ons kasteel” zei hij terwijl hij haar naar binnen duwde. Geschrokken keek ze achterom toen de deur met een luide knal dicht sloeg.

Naar deel 5 van 7 >>

Dit bericht is geplaatst in Boeken & verhalen met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Eén reactie op De bokkenpruik en de zeven lachjes 4 van 7

  1. Novadomus schreef:

    Herkenbare fragmenten uit een ander sprookje. Op naar de volgende.

Reacties zijn gesloten.