Kerstverhaal

Ik zit op een bankje in het park. Het is nog maar net december. De grond ligt bezaaid met bladeren en een waterig zonnetje breekt door de mist heen. De vogeltjes fluiten een vrolijk liedje. Er is nog niemand te zien en ik geniet van de rust. Plots hoor ik door de zang van vogels een ander geluid. Het lijkt wel een belletje. Ik kijk om mij heen. Niets te zien. Dan kijk ik omhoog. Mijn ogen worden groter. De arrenslee met de rendieren ervoor racet mijn kant op. De Kerstman staat op de bok en ik zie zijn hoofdelf angstig kijken. Met piepende remmen slipt het gezelschap voor mij tot stilstand.

“Hahahaha, wat heerlijk u weer te zien Kerstman,” begroet ik blij mijn oude vriend.
“Hahaha, gelukkig dat ik je gevonden heb,” antwoordt de Kerstman.
Bevreemd kijk ik op. Dit is niet zijn gebruikelijke begroeting. Er is iets aan de hand, maar wat?
“Ik heb je hulp nodig Sas,” vervolgt hij. “Er is iets gebeurd. Ik ben mijn lach kwijt en ik kan het niet meer vinden!”
Oh wat erg. Een Kerstman zonder zijn lach is maar een halve Kerstman. Dat kan natuurlijk niet.
“Ik help u graag Kerstman, wat kan ik voor u betekenen?”
“Jij hebt toch die lachwinkel? Heb jij misschien mijn lach ergens op de plank staan?”
“Dat weet ik niet Kerstman, maar laten we snel gaan kijken. U heeft hem tenslotte hard nodig de komende tijd.”

De rendieren blijven even staan. Niemand kan ze zien gelukkig. De Kerstman, zijn hoofdelf en ik lopen naar mijn lachwinkel. Ik steek de sleutel in het slot om de deur open te doen en meteen begint er binnen iets te giechelen. Wanneer we binnenlopen is het net of ik twee zuurstokroze giebels rechtop zie gaan staan, alsof er niets gebeurd is. Ik duik achter de toonbank en haal een grote bak met verschillende doosjes tevoorschijn. Deze bak vertegenwoordigt een belangrijk deel van de collectie. Een voor een maken we de doosjes open.
“Whoehoehoe,” klinkt het galmend. Dat is de uilenlach, niets voor de Kerstman. We lachen erom.
“Hihaaaa,” klinkt de Amerikaanse- of lassolach. Nee, die past niet. Maar is wel grappig.
“Ggggggg,” dat zijn Bert en Ernie. Helaas. Al krijgen wij er een grijns van op ons gezicht.
Hoe meer doosjes we opendoen hoe harder en meer we moeten lachen. Totdat we over de grond rollen van de lach. Maar de Kerstmannenlach ontbreekt. Tussen het lachen door rollen er grote tranen over de rode wangen van de Kerstman. Hoe moet dan nu verder?

Gelukkig zijn de lachwinkeliers niet voor één gat gevangen. Ik roep het hele team op om de winkel te doorzoeken. De Kerstman willen ze graag helpen en enthousiast verschijnen ze één voor één. Gewoon Martin, Ellen en ja hoor, daar heb je Franneke en Sylvia ook. En de rest. Iedereen duikt een hoek in, de hoofdelf staat op een lange trap om daar de doosjes en potjes te bekijken en de Kerstman duikt in een hele grote zak die in de hoek staat. Iedereen is druk op zoek.
Ineens hoor ik hem. De beroemdste lach van de wereld. De Kerstman vliegt op uit de zak waar hij helemaal ingedoken zat en iedereen kijkt op. Wie heeft hem gevonden?
In een hoek met allemaal doosjes zonder etiket staat Gewoon Martin te schuddebuiken van het lachen. “HOHOHO” klinkt het warm en vertrouwd. Iedereen voelt het Kerstgevoel omhoog kriebelen. De Kerstman kijkt gelukzalig en begint hartelijk mee te lachen. Tenslotte staan we allemaal te schuddebuiken en te lachen. “HOHOHO. HOHOHO,” klinkt het door de hele lachwinkel.

“Dank je wel. Dit is precies wat nodig is voor een mooie Kerst. Wat zou je het liefst willen hebben,” vraagt de Kerstman aan mij?
“Het liefst wil ik dat iedereen in de wereld weet dat een hartelijke lach het mooiste is dat iemand zichzelf én een ander cadeau kan doen. Daar kunnen geen spullen tegenop.”
“Dat is mooi,” zegt de Kerstman. “Als jullie op pad blijven gaan om te doen wat je doet, dan gaat dat een keer gebeuren. Het enige dat je nodig hebt is het vermogen om te volharden en een beetje geduld kan ook geen kwaad. Dus die twee krijg je van mij.”

We lopen met het hele gezelschap naar de arrenslee die in het park op de Kerstman staat te wachten. Hij doet een greep onder de voorbank en haalt er twee doosjes uit. Een bruine en een groene.
Op het bruine doosje staat een plaatje van onze planeet. De Kerstman legt uit dat deze er speciaal voor is om met twee voeten op de grond te blijven staan. Om te weten waar ik voor sta en zo te volharden in dat wat ik wil voor de wereld. Wat mooi. Dankbaar neem ik het doosje aan.
Het groene doosje laat een hartje zien.
“Je kan nog wel eens ongeduldig zijn, toch,” vraagt de Kerstman aan mij?
“Dat klopt Kerstman, soms vind ik dat mensen het niet snel genoeg snappen. Of niet snel genoeg doen,” antwoord ik.
“Dit groene doosje laat zien dat je geduld alleen vanuit je hart kunt ervaren.”
Terwijl ik het groene doosje aanneem realiseer ik me dat de Kerstman gelijk heeft. Geduld is een schone zaak. Een schone zaak van het hart.
De Kerstman en zijn hoofdelf stappen in. Met een luid “HOHOHO” geeft hij een ruk aan de teugels. Het wordt een mooie en vrolijke kerst dit jaar.

Dit bericht is geplaatst in Werk, leven en spelen. Bookmark de permalink.