Lachen als een boer met kiespijn – en andere metaforen

De afgelopen dagen volgde ik een training van Andrew Austin, Metaphors of Movement. Bere-interessant omdat je veel – soms levenslange – problemen met deze werkwijze kan oplossen. Of mensen kunnen beginnen met oplossen.

Na vier dagen ondergedompeld te zijn in de metaforen van beweging bedacht ik me dat er over de lach ook veel metaforen of spreekwoorden zijn. Zoals:

Lachen als een boer met kiespijn

Het beeld wat bij mij opkomt is een man die lacht met zijn mondhoeken naar beneden en een grote doek om zijn hoofd heeft. Maar waarom een boer? Zouden boeren vroeger geen geld gehad hebben voor de tandarts? Kunnen boeren beter lachen dan andere mensen met kiespijn? Kan hij nog lachen omdat hij letterlijk veel in beweging is en dus ook endorfine aanmaakt?

Waarom geen edelman? Is die te goed om te laten zien dat hij kiespijn heeft? Hoeft hij niet te blijven lachen maar de boer wel? Heeft hij nooit kiespijn?

En wat doet die boer? Loopt hij in elkaar gedoken het weiland in? Staat hij in de stal bij zijn koeien te kijken? Wat is er achter hem te zien? Wat is er links en wat er rechts van hem? Ik leerde tijdens de training dat dit interessante informatie is waarmee gewerkt kan worden.

Het huilen staat hem nader dan het lachen

Lachen en huilen zijn twee emoties die heel dicht bij elkaar liggen. Het zijn letterlijk twee hersengebieden die tegen elkaar aanliggen. Wanneer een van deze gebieden goed geactiveerd is dan kan het zijn dat de vonken overspringen en zo het andere gebied activeren. Zo kun je tijdens een enorme lachbui in een huilbui schieten, of andersom. Heb je wel eens zo gehuild dat je er gewoon de slappe lach van kreeg? Te zot voor woorden.

Maar als het huilen nader staat dan het lachen dan staat het huilen voor de lach als het ware in de weg. Eerst komen de tranen. Maar sommige mensen lachen heel hard terwijl de tranen over hun wangen rollen. Zij hebben een hele krachtige verbinding in dat hersengebied en zijn als het ware ‘lek’. Lekker hoor, het spoelt goed door.

De lachers op de hand hebben

Zich een bult lachen

Zie je het al voor je? Wanneer je lacht dan ontspant alles. Je buigt automatisch voorover om je middenrif te helpen nog meer lucht uit je longen te persen. Zo krijg je het beeld van een bult op je rug. Of zou die bult ergens anders ontstaan?

Naast je een bult lachen kun je je ook een aap lachen of je een ongeluk lachen.

Zich een ongeluk lachen

Je zou je maar een ongeluk lachen. Maar dat kan wel.

In de geschiedenis zijn er, volgens wikipedia, zeven gevallen bekend van mensen die zich doodgelachen hebben.

Als je de slappe lach krijgt terwijl je je in druk verkeer begeeft kan dit niet handig uitpakken. De slappe lach zorgt er namelijk voor dat alle spieren ontspannen, vandaar dat je benen weker worden en je voorover buigt. Maar wanneer je in druk verkeer bent dan is het handig om alert en aanwezig te zijn en je spieren paraat te hebben om actie te ondernemen. Je zou er een ongeluk van kunnen krijgen.

De lachende derde

Ook wel bekend als: “Als twee honden vechten om een been dan loopt de derde ermee heen.” Als er een derde is die lacht, waar ben jij dan? En waar staan nummer twee en nummer drie? Wat doet nummer twee als nummer drie lacht? Wat is er verder nog in dit landschap? De verdere invulling van deze metafoor laten we aan de verbeelding over.

In zijn vuistje lachen

Soms denken we dat we niet mogen lachen. Als we hard lachen terwijl we het idee hebben dat dit niet netjes is slaan we automatisch onze hand voor de mond. Net als kleine kinderen die jokken. Door de hand voor de mond te brengen laten we niet zien hoeveel pret we eigenlijk hebben.

Wanneer je in je vuistje lacht dan zit er ook nog een ondertoon aan vast. Je lacht om iets waar andere mensen echt niet om kunnen lachen. Dan lach je dus niet met je hand voor je mond, maar in je vuistje.

Laten we eindigen met een gezegde die in mijn wereld veel gebruikt wordt:

Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd

Dit bericht is geplaatst in Werk, leven en spelen. Bookmark de permalink.