Valentijn

Het zingt door mijn hoofd. De hele dag al. “Wil jij mijn Valentijn zijn?” Geen idee trouwens of dat een standaard sales zinnetje is of dat het echt uit mijn eigen koker komt, maar dat maakt niet uit.

Ik staar uit het raam van de Lachwinkel. Een waterig zonnetje doet zijn best om de eerste krokussen en sneeuwklokjes aan de overkant van de straat te verlichten en te verwarmen. De mensen lijken wat vrolijker te kijken. Terwijl ik sta te staren en wegdroom in een wereld van mogelijkheden, reizen, zonneschijn en liefde komt er een wonderlijk uitgedost persoon naar de winkel toegesneld. Hij heeft een paar witte lappen om zijn lijf en een pijl en boog op zijn rug. Ik doe de deur open en de engel rent naar binnen.

“Cupido,” roep ik, “wat kan ik voor u betekenen?”

Wanhopig kijkt hij me aan.

“Weet u,” zegt hij, “de laatste tijd lukt het me niet meer om de mensen contact te laten maken. Ik schiet wel raak, dat is het niet. En de mensen vinden elkaar ook wel, maar ze lijken niet blij. En nu heb ik weer bij twee mensen raak geschoten en het lijkt wel alsof ze elkaar helemaal niet mogen. En een lach, ho maar. Helemaal niets. Nada. Noppes. Dat kan toch niet? Ik ben Cupido tenslotte! Help, wat moet ik doen?”

“Mag ik uw pijl en boog eens zien,” vraag ik in een opwelling.

Ik bekijk zowel de pijl als de boog van alle kanten. Er vallen mij twee dingen op.

“Mag ik zo vrij zijn om te zeggen wat ik denk,” vraag ik aan Cupido.

“Maar natuurlijk, daarom ben ik hier. Geef maar ongezouten uw mening hoor, de laatste tijd hoor ik niet anders,” zegt hij met een diepe zucht.

“Nou, ik denk dat de boog niet altijd gespannen kan staan. Deze boog staat helemaal niet meer gespannen. Heeft u wel op tijd rust genomen voor uzelf? Even niet de mensen helpen. Maar boven samen met de andere engelen plezier maken. Lachen.”

“Hm,” klinkt het bedachtzaam. “Inderdaad, ik ben maar doorgegaan en doorgegaan. De mensen hebben zo lang contact moeten missen dat ik druk bleef met opnieuw verbinden. Het is een goed idee om even tijd te maken voor mezelf. Dan kan de boog weer op spanning komen. Dank u wel voor dit inzicht.”

“Graag gedaan, Cupido,” antwoord ik hem.

Voor hij vertrekt geef ik heb nog een doosje ontspannen giebels mee. En een zakje met wollige grapjes. Gewoon voor de lol.

Twee weken later, de kalender vertelt dat Valentijnsdag is aangebroken. Gewoon Martin is met mij meegekomen vandaag om te helpen in de lachwinkel.

We openen de winkel en geen minuut later stapt er een hele andere Cupido de winkel binnen. Hij straalt.

“Ik heb gedaan wat u gezegd heeft en ik heb heerlijk boven in de wolken met de andere engelen plezier gemaakt. We hebben muziek gemaakt, gepraat en veel gelachen. In de tussentijd is mijn boog weer prachtig gespannen en zojuist heb ik mijn eerste stelletje samengebracht. Ze moesten meteen lachen!”

Ik word heel blij van dit verhaal.

“Wat leuk dat u dit nog even komt vertellen, mijn hele dag is weer goed,” antwoord ik. “En u weet dat ik u niet nodig heb. Mag ik u mijn Valentijn voorstellen?” zeg ik terwijl ik Martin aanwijs. De twee kijken elkaar aan met een blik van herkenning.

“Nog bedankt voor toen,” zegt Martin tegen Cupido.

Die knikt met een vrolijke lach op zijn gezicht terug. Hij herinnert het zich ook nog. Die dag dat hij bij ons raak schoot.

Dit bericht is geplaatst in Werk, leven en spelen. Bookmark de permalink.